ADC wint weer van Land

In dit artikel:

Het Gerechtshof heeft bevestigd dat het Land Curaçao de vergoeding moet betalen aan het Analytisch Diagnostisch Centrum (ADC) voor duurtetoeslag en VUT-uitkeringen die verband houden met ambtenaren van het voormalige Landslaboratorium die op 1 oktober 2000 naar het toen verzelfstandigde ADC zijn overgegaan. Daarmee bleef het hoger beroep van het Land tegen het vonnis van de rechtbank van 15 januari 2024 zonder succes. ADC trad in de procedure bijgestaan door advocaten Mirto Murray en Karan Doekhi.

De zaak draait om de vraag of het Land aansprakelijk is voor uitgaven die ADC vooraf voorfinancierde aan het pensioenfonds (oorspronkelijk APNA, nu APC) ten behoeve van die overgenomen landsambtenaren. Volgens door Deloitte opgestelde en gecontroleerde openingsbalans van ADC per 1 oktober 2000 stond een vordering op het Land voor deze posten vermeld van ruim 5,7 miljoen gulden. APC betaalde de daadwerkelijke bedragen aan gepensioneerden en bracht die kosten door aan ADC; ADC factureerde die vervolgens aan het Land.

Belangrijke momenten in de procedure zijn de verzelfstandiging van het Landslaboratorium per 1 oktober 2000, het Deloitte-rapport uit juni 2008 en de opheffing van het Land de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010. In juli 2015 gaf ADC aan de minister van Financiën aan dat het sinds de verzelfstandiging maandelijks voor het Land had voorgeschoten en dat, op grond van een verdeelsleutel die bij de vereffeningcommissie gold, 79% van de VUT- en duurtetoeslagkosten voor rekening van het Land kwam. ADC meldde financiële druk en kondigde aan de 79%-vordering maandelijks te zullen doorfactureren.

De uitspraak vormt een financiële tegenvaller voor de Landsbegroting: het gaat om enkele miljoenen. De procedure heeft zich lange tijd voortsleept, maar juridisch kreeg ADC nu definitief gelijk voor de vorderingen die betrekking hebben op de ambtenaren die per 1 oktober 2000 in dienst traden (niet op later aangetreden werknemers).