Deal PdVSA blijkt luchtkasteel
In dit artikel:
De overeenkomst tussen Refineria di Kòrsou (nu 2Bays) en de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA — de zogeheten “settlement crude for debt” — is nooit in de praktijk gebracht omdat er geen geldige OFAC‑licentie was. 2Bays‑directeur Patrick Newton vertelde de Staten dat de schikking wel juridisch van kracht is, maar dat transacties met PdVSA zonder vergunning van het Amerikaanse Office of Foreign Assets Control verboden blijven; de bestaande OFAC‑licentie verviel in december 2024 en een verzoek om een uitzondering is nog “under consideration”. Newton zei dat men bij het tekenen al wist dat de afspraak voorlopig onuitvoerbaar was, maar dat men op de langere termijn tekende en hoopte op een omvangrijkere, meerjarige licentie — vergelijkbaar met die van Chevron — om jaarlijkse onzekerheid te vermijden.
De in december 2023 aangekondigde schikking zou juridische procedures en arbitrage beëindigen en voorzag dat PdVSA over tien jaar ruwe olie zou leveren ter waarde van circa 450 miljoen dollar. De opbrengst zou volgens de afspraak internationaal verkocht worden en verdeeld: 70 procent naar PdVSA en 30 procent naar 2Bays, waarmee PdVSA’s schuld aan Curaçao afgelost zou worden. Daarnaast zou PdVSA resterende afvloeiings- en pensioenverplichtingen dekken en technisch personeel leveren voor de aanleg van een gaspijpleiding om SO2‑emissies van de raffinaderij te verminderen.
Kort samengevat: de deal bestaat op papier en had tot doel een jarenlange olie‑voor‑schuldregeling en een technische bijdrage aan schonere raffinage te bieden, maar door het ontbreken van een doorlopende OFAC‑vergunning kon deze in de praktijk niet worden uitgevoerd.